Als goud in zijn pure vorm genomen wordt is deze niet geschikt voor het vervaardigen van sieraden. Simpelweg omdat het puur goud te zacht is en hierdoor deukjes krijgt. Daarom wordt puur goud bijna altijd vermengd met andere (edel)metalen zoals koper en zilver. Deze vermenging met andere (edel)metalen zorgt ervoor dat sieraden steviger worden.
Nederland: In Nederland zijn de goudlegeringen (14 karaat) goud 585 en het (18 karaat) 750 goud het (22 karaat) 916 de meest gangbare legeringen voor de sieraden markt. De 22kt gouden variant is hierbij het goud met de hoogste legering. Dit goud wordt voornamelijk door allochtonen gebruikt omdat het goud in die cultuur meer een statussymbool is.
Engeland: De Engelsen gebruiken de goudlegeringen 9 karaat goud, 14 karaat goud en 18 karaat goud het meeste. Ook zij hebben veel allochtonen uit Azië die hun eigen goudcultuur mee hebben genomen. Hierbij is de 22 karaat de meest gangbare goudlegering.
Zweden: In Zweden is het 18 karaat goud het meest gangbare goudlegering voor ieraden. Dit komt doordat de mensen daar over het algemeen meer te besteden hebben en vandaar sieraden kopen met een hoger goudgehalte.
China: In China en meer Aziatische landen wordt voornamelijk goud geproduceerd in hogere puur gehaltes. Het gemiddelde goudgehalte in Azië en China zit ongeveer op 22 karaat oftewel 91,6 procent aan puur goud.